In 2015 had ik een niersteenkoliek. Het betekende dat ik een hele dag de meest vreselijke pijn had. In een hoek van 90 graden liggend, lopend en brakend kroop de tijd voorbij, in onzekerheid over wat er aan de hand was. Tot het de volgende dag op de spoedeisende hulp eindelijk duidelijk werd, en ik met de nodige haast een drain in mijn nier geplaatst kreeg. Het was weekend, tijd en mankracht voor een gepaste verdoving ontbraken. Dus lag ik daar op de operatietafel, terwijl iemand een dikke naald in mijn ontstoken nier stak. Het was een pijn waarvan ik me niet had kunnen voorstellen dat die bestond. Van-oor-tot-oor glimlachend werd ik weer uit de operatiekamer gereden. Zo blij dat het voorbij was. Mijn moeder, die op de gang stond te wachten, zei: “Nu wordt bevallen een lachertje.”
Bevallen, ik heb het dus nog niet gedaan. Maar, zo begreep ik door mijn moeder’s opmerking, de pijn is het moeilijkst. Dat was natuurlijk geen verrassing; wie barende vrouwen heeft gezien weet dat het (meestal) pijnlijk is. Baringspijn verschilt enorm van vrouw tot vrouw, maar de meeste vrouwen beschrijven hun pijn op het hoogtepunt wel als een 8 of 9 op een schaal van 10.
Wat is baringspijn eigenlijk? Dat is niet eenvoudig te beantwoorden. Baringspijn is geen eenduidig lichamelijk fenomeen. Het heeft invloed op emoties, gedachten, bewustzijn en gedrag en die op hun beurt weer op de pijn. Laten we eerst kijken naar het lichamelijke aspect.
Tijdens de ontsluiting drukt het hoofd van het kind op het onderste gedeelte van de baarmoeder en de baarmoedermond. Deze pijn wordt beschreven als een doffe pijn in de onderbuik en –rug, die onder andere wordt veroorzaakt door een verminderde doorbloeding van de baarmoeder en omliggende weefsels tijdens een wee. Met het vorderen van de ontsluiting breidt de pijn zich uit naar boven. Later, tijdens de uitdrijving, wordt de pijn scherper. De vagina en de omliggende weefsels worden uitgerekt. De pijn wordt gevoeld in de buik, de rug, de liezen en de benen.
Waar is dat goed voor? Pijn is een signaal van levensbelang, net als bijvoorbeeld honger. Het vertelt ons dat er schade ontstaat aan het lichaam, zodat we ons gedrag kunnen veranderen en zo de schade beperken.
Voor baringspijn geldt eigenlijk hetzelfde. Het zorgt ervoor dat de aandacht op het lichaam gericht wordt, op een gegeven moment kun je niks anders meer doen dan bevallen. Het maakt het dat een barende vrouw hulp en een veilige plek zoekt, zodat het kind geboren kan worden.
Tevens, en dat is niet onbelangrijk, zet de pijn een hormonale verandering in gang: er ontstaat een stijging van de stresshormonen adrenaline en cortisol, en de liefdeshormonen oxytocine en endorfinen. Adrenaline werkt motivatie- en prestatieverhogend. Cortisol zorgt ervoor dat het kind wordt voorbereid op het leven buiten de baarmoeder. Oxytocine zorgt voor weeën en daarmee voortgang van de baring. Endorfinen zijn lichaamseigen opiaten (morfine is een niet-lichaamseigen opiaat). Ze verminderen pijn en zorgen voor een geluksgevoel. Veel vrouwen zijn met recht “high” te noemen tijdens de bevalling. Endorfinen en oxytocine zorgen er trouwens ook voor dat je de pijn na de bevalling weer vergeten bent!
Nu is slechts het lichamelijke aspect van baringspijn beschreven, maar zoals eerder genoemd is baringspijn niet slechts een lichamelijk fenomeen. Eenzelfde hoeveelheid prikkels die door de pijnzenuwen wordt opgepikt, zorgt niet altijd en bij iedereen voor dezelfde hoeveelheid pijn. Dit heeft niets te maken met een hoge of lage “pijndrempel”, de drempel waarop de pijnzenuwen geactiveerd raken is voor ieder mens hetzelfde.
Hoe het dan wel te verklaren is wordt duidelijk als we kijken naar de andere twee grote aspecten van baringspijn: het emotionele en het cognitieve. Wat wordt daarmee bedoeld? Baringspijn is een emotionele gewaarwording, het gaat gepaard met blijdschap, radeloosheid, angst en frustratie. Daarnaast zorgt het ook voor cognities (gedachten), van “ik krijg een kind”, tot “ik kan het niet” of “dit gaat niet goed”. Deze emoties en gedachten zijn niet slechts gevolgen van de pijn, zij hebben ook invloed op de pijn. Als dat wat vaag klinkt zal ik het hopelijk kunnen verduidelijken.
Volgens de beroemde Franse gynaecoloog Michel Odent is baren voor mensen moeilijk door de enorme ontwikkeling van onze hersenen. Het gaat dan om de neocortex, het deel van de hersenen dat mensen onderscheid van andere (zoog)dieren. De neocortex stelt ons in staat om onder andere te redeneren en taal te gebruiken. Het is de actieve neocortex die hij “de menselijke handicap” noemt. In zijn boeken beschrijft hij hoe hij in de jaren ‘60 getuige was van een behandeling van barende vrouwen met het stofje dat wij nu kennen als de recreationele drug GHB. GHB lijkt op een in het zenuwstelsel vooromend stofje dat de activiteit van zenuwen in de neocortex remt. De vrouwen gedroegen zich als wilde gekken, maar hun kinderen werden snel en makkelijk geboren. Dit was een onacceptabele praktijk maar leerde hem wel een les: de neocortex van een barende vrouw moet niet geactiveerd worden.
Wat zorgt er voor activatie? Licht, spraak, het gevoel geobserveerd te worden, en al het andere dat mogelijk gevaar betekent. Volgens hem is het cruciaal dat we aandacht hebben voor de basisbehoefte van barende vrouwen: een donkere, stille ruimte met weinig mensen. Dit zal volgens hem een positief effect hebben op de ervaring (van pijn) van de barende vrouw en daarmee op het verloop van de bevalling.
Michel Odent is tevens de bedenker van steriel waterinjecties om baringspijn te bestrijden wanneer deze de voortgang van de bevalling in de weg zit. Hij zag tijdens zijn opleiding dat deze injecties gebruikt werden voor acute nierpijn en kreeg het idee ze in de verloskunde toe te passen.
Het is wetenschappelijk een algemeen geaccepteerde gedachte dat emoties en gedachten tijdens de bevalling de pijn kunnen verergeren of juist verminderen, en daarmee effect kunnen hebben op het verloop van de bevalling. De poortcontroletheorie uit 1965 geeft daar een verklaring voor. Deze theorie, geopperd door neurowetenschapper Patrick Wall en psycholoog Robert Melzack, stelt dat er zich in het ruggenmerg spreekwoordelijke “poorten” bevinden die meer of juist minder pijnprikkels vanuit bijvoorbeeld de baarmoeder naar de hersenen laten gaan. Het houdt in dat sommige typen zenuwen (voor tast of warmte) andere typen (voor pijn) kunnen dempen. Het is de verklaring voor waarom mensen over een plek wrijven wanneer ze er pijn hebben (dat helpt dus echt!), de verklaring voor de werking van steriel waterinjecties en mogelijk de verklaring voor waarom warm water helpt tegen baringspijn (naast dat het ontspant). Ook kunnen zenuwen vanuit de hersenen zorgen voor demping van het lokale pijnsignaal. De mate waarin ze dat doen is afhankelijk van onder andere de emoties en de gedachten van de barende vrouw. Het helpt dus echt om positief te denken en angst te minimaliseren. Daarmee stel je je hersenen in staat om de pijn te dempen.
Een zekere mate van stress en angst door pijn tijdens de bevalling is normaal en functioneel voor onder andere de noodzakelijke hormonen. Wanneer er teveel stress en angst is (bijvoorbeeld doordat de pijn te overweldigend is of om een andere reden), gebeuren er verschillende dingen.Een teveel aan adrenaline zal ervoor zorgen dat de vaatjes in de placenta samenknijpen waardoor de toevoer van zuurstof naar het kind afneemt. Tevens raakt de belangrijke balans van adrenaline en oxytocine verstoord, waardoor de weeën afnemen en er een risico op stagnatie van de bevalling ontstaat. Ook werkt het endorfine-systeem minder goed bij ernstige stress en angst en kan je lichaam dus zelf de baringspijn minder goed stillen.
Mogelijk wordt door de ervaarde dreiging de neocortex te actief, wat de bevalling ook bemoeilijkt. En zullen de “poorten” in het ruggenmerg zich meer openen, waardoor de pijn intenser wordt. Je kan je voorstellen dat hiermee een negatieve spiraal in gang kan worden gezet. Soms is de enige manier om deze negatieve spiraal te doorbreken het toedienen van pijnstillers zoals een ruggenprik.
Ik kan me voorstellen dat het met deze informatie misschien een nog grotere opgave lijkt om een kind te baren dan het al was. Het is echter waardevol om je bewust te zijn van bovengenoemde systemen, om te begrijpen wat baringspijn is en wat de functie ervan is, en om te weten hoe je je kunt voorbereiden. Het is goed om op tijd te bedenken welke emoties en gedachten er in je opkomen wanneer je denkt aan baringspijn, en na te gaan in hoeverre je deze wilt en kunt veranderen. Een ander groot onderdeel van de voorbereiding is nagaan wat normaal gesproken helpt om te ontspannen. Dit kunnen ademhalingsoefeningen zijn, warm water, massage, wierook, helpende gedachten, of muziek. Als je dat kan inzetten tijdens je bevalling, ben je al een heel eind in het beheersen van stress en angst en daarmee ook pijn. Veel vrouwen volgen cursussen mindfulness, yoga of hypnobirthing. Wat werkt en wat niet werkt is zeer sterk afhankelijk van de persoon, wat hopelijk na dit verhaal logisch klinkt. Er is ook weinig goed onderzoek gedaan naar dergelijke methoden. Wat wel bewezen effectief is, is constante begeleiding door een en dezelfde persoon.
Ook is het interessant om te weten dat uit onderzoeken blijkt dat de tevredenheid over de bevalling helemaal niet bepaald wordt door de pijn. Er blijkt, en hierover bestaat brede consensus, dat de drie belangrijkste elementen zijn: de relatie en communicatie met de zorgverleners, de attitude van de zorgverleners, en het actief zijn in de besluitvorming. Eigenlijk is dat geen verrassing, deze aspecten zorgen immers voor een onveilig of een veilig gevoel. Laten we de invloed daarvan op de baringspijn dan als mooi meegenomen beschouwen.